Stuurtechnieken Voor Motorrijders
24 september 2020 

Stuurtechnieken Voor Motorrijders

Er zijn verschillende stuurtechnieken voor motorrijders. Je hebt natuurlijk een stuur, maar je gebruikt meerdere onderdelen en vooral je lichaam om een motor de bocht om te krijgen.

Wat zijn de verschillende stuurtechnieken voor motorrijders? Als motorrijder kun je gebruikmaken van tegensturen, gas bijgeven in bochten, je  binnenstepje of buitenstepje zwaarder belasten en doorkantelen. Om te sturen gooi je vooral je lichaamsgewicht in de strijd Bij normaal verkeer een klein beetje, op het circuit hang je zelfs met je lichaam naast de motor in de bocht.

Tegensturen is een eenvoudig aan te leren techniek om bochten op een eenvoudige en soepele manier te nemen. Er zijn overigens veel motorrijders die tegensturend de bocht nemen zonder dat ze zich dat bewust zijn.

Basis stuurtechniek: tegensturen

De basis van de tegensturen stuurtechniek eenvoudig en zoals bijna alles met motorrijden: Actie = reactie. Om eerst een idee te krijgen het volgende voorbeeld: Als je in de auto een bocht naar links maakt, dan heeft je lichaam de neiging om naar rechts te gaan en bij de bocht naar rechts hangt je lichaam naar rechts.

Doe je ogen maar eens dicht en visualiseer dit eens. En kom je er niet uit, stap dan in de auto en rijdt een paar bochten naar links en rechts.

Van dit gegeven maken we gebruik bij het tegensturen. Bij het begin van de bocht duw je licht op de stuurhelft aan de binnenzijde van de bocht. Dus bij een bocht naar links duw je tegen de linkerstuurhelft en bij een bocht naar rechts duw je op de rechterstuurhelft. En je zult merken dat je motor keurig reageert door tegen de druk op je stuur in in te sturen naar de kant waarop je tegen het stuur duwt.

Het makkelijkste om te oefenen is het opzoeken van een rustige weg, eerst goed te kijken of er geen tegenliggers zijn of achterop komend verkeer, als dat niet zo is, midden op de weg te gaan rijden. Rijd een rustige snelheid van bijvoorbeeld 50 km per uur en duw beurtelings zachtjes op de linker en rechter stuurhelft.

Als je dat een tijdje oefent, blijven ondertussen wel goed opletten op overige weggebruikers, dan zul je al heel snel merken dat het werkt. Bij sport en toermotoren wat makkelijker en bij een chopper ietsje moeilijker. Een recht balhoofd is makkelijker om te zetten dan het schuine balhoofd van een chopper. Maar het werkt bij alle typen motoren.

Hoe harder je duwt op het stuur, hoe meer de motor de bocht invalt. Het zou zelf kunnen gebeuren dat je te veel duwt en dat de bocht krapper wordt dan de bedoeling is.

Hoe je dat oplost? Niet zoals je misschien denkt door dan de druk te verminderen, maar door gas bij te geven. Want ook hier is actie = reactie. En de reactie van de actie gasgeven = dat de motor zich opricht en meer rechtdoor wil. En daarmee compenseer je dan de te veel gegeven druk op het binnenstuur.

de reactie van de actie gasgeven = dat de motor zich opricht en meer rechtdoor wil.

Natuurlijk kun je dit ook expres doen. Je stuurt wat meer in en geeft gas bij om de juiste lijn in de bocht toch vast te houden. Je pakt dus de bocht met wat meer snelheid en dat vinden de meeste motorrijders niet bepaald vervelend.

Bijkomend voordeel is dat als je deze techniek beter gaat beheersen, je behalve een wat hogere bochtensnelheid, je ook nog je veiligheidsmarge groter maakt.

Is de bocht scherper dan je dacht, dan weet je dat je alleen maar iets meer tegenstuur hoeft te geven om dit op te lossen. Is de bocht minder scherp dan gedacht en kom je te veel naar binnen is het een kwestie van een beetje gas bijgeven en de motor komt wat meer rechtop en gaat wat meer naar buiten.

Belasten van je buitenstepje

Tot nu toe hebben we het alleen gehad over tegensturen en gas bijgeven in de bochten. Voor de standaard bocht in ons vlakke land is dat over het algemeen genoeg. Maar ga je de bergen in en kom je wat scherpere bochten tegen dan kun je ook nog gebruik gaan maken van gewichtsverplaatsing en het belasten van je buitenstepje. (ja, je leest het goed, het BUITENSTEPJE).

Gewichtsverplaatsing op de openbare weg is over het algemeen minimaal. Zoals dat gebeurt op de circuits is voor de openbare weg niet gewenst. Maar komt er een mooie doorlopende bocht aan, dan zou je je gewicht een “bilbreedte” kunnen verplaatsen om de bocht nog mooier te maken.

Met een bilbreedte wordt bedoeld, dat je bij een een bocht naar rechts met je linkerbil op het zadel zit en dat de rechterbil naast de motor zit en bij een bocht naar links is dat omgekeerd. Een dergelijke gewichtsverplaatsing zorgt ervoor dat je de bochten nog mooier en vloeiender kan maken.

Een veel gemaakte fout is, dat motorrijders in de bocht met hun gewicht het binnenstepje belasten. Als je er logisch over nadenkt, kom je al gauw tot de conclusie, dat dit nooit goed kan zijn. Je duwt als het ware de motor onder je vandaan en dat willen we niet.

Bovendien heb je het probleem dat als je lichaamsgewicht op je binnenstepje rust en het stepje de grond raakt, dat je dan “opgetild” kan worden. En dat geeft een behoorlijke evenwichtsverstoring die midden een bocht niet echt leuk is.

Een veel gemaakte fout is, dat motorrijders in de bocht met hun gewicht het binnenstepje belasten

Belast je het buitenstepje, dan duw je de motor iets onder je vandaan (meer rechtop). En in tegenstelling met wat vele mensen denken is het zo, dat hoe meer de motor rechtop blijft, hoe harder je bocht door kan. Bovendien gebeurt er niets als je binnenstepje de grond raakt, want er rust dan geen gewicht op dit stepje.

De bovengenoemde stuurtechniek (tegensturen/gewichtsverplaatsing/buitenstepje belasten) wordt het meest gebruikt in doorlopende vloeiende bochten. Maar er zijn natuurlijk ook series korte bochten, vooral in bergachtige gebieden. In die gevallen gebruiken we de techniek van tegensturen + doorkantelen.

Techniek tegensturen + doorkantelen

Vroeger werd vaak verteld dat het tegensturen of doorkantelen was. Maar heel praktisch gezien kun je eigenlijk niet goed doorkantelen als je niet eerst hebt tegengestuurd. Dus het is niet of tegensturen of doorkantelen, maar tegensturen in combntie met doorkantelen. De technieken lopen in de praktijk vaak door elkaar heen.

Je begint een bocht met uitsluitend tegensturen, je komt tot de ontdekking dat de bocht iets meer knijpt dan je eerst dacht, of er ligt iets op de weg precies op de lijn die jij had uitgedacht en dan kun je met doorkantelen dat supersnel corrigeren.

En daar is dan meteen het grote voordeel van doorkantelen duidelijk. Met deze techniek kun je razendsnel iets ontwijken of opeens een stuk scherper insturen.

Wat doe je bij doorkantelen?

Om te beginnen heb je al tegensturend de bocht ingezet. Je hebt je gewicht nog niet verplaatst en ook aan het belasten van de stepjes ben je nog niet echt begonnen. Bij uitsluitend tegensturen hang je met je gewicht mee in de bocht.

Bij doorkantelen blijft je lichaam volkomen verticaal en duw je de motor van je af de bocht in. Je komt als het ware iets boven op de je motor te zitten.

Ook hier geldt weer, dat je deze techniek met een rustige snelheid op een stille weg moet gaan oefenen. Je zul dan merken dat je vooral bij het ontwijken van obstakels, putdeksels, gladde plekken, je met deze techniek goed uit de voeten komt.

Wat is de stuurtechniek waar jij veel gebruik van maakt?

Misschien heb jij nog wel stuurtechnieken waar je veel gebruik van maakt, laat het ons weten, altijd leuk om te horen. En we zijn nooit uitgeleerd.

Reageer op dit artikel, scroll verder naar beneden om een reactie te plaatsen, ik zie je reactie echt graag. Verbeterpunten of tips worden zeker in het artikel meegenomen en komen in ieder geval bij de reacties te staan, laat van je horen en help anderen met hun keuze.

Gerelateerde artikelen:

KLIK HIER voor het overzicht van alle artikelen.

Over de schrijver
Vanaf 1981 tot heden 9 motorfietsen in bezit gehad - 2 Voortgezette Rijopleidingen (VRO) - 1 Circuit Rijvaardigheids Training (CRT) - 30+ jaar motorvakantie ervaring - lid FJR-club Nederland
Reactie plaatsen